Tribal Talk

hét weblog voor online ondernemers

Lenny de Rooy

Mijn naam is Lenny, ik ben geboren in 1979 en woonachtig in Nijmegen, waar ik Bedrijfswetenschappen heb gestudeerd. M’n voornaam schept soms verwarring, maar zoals je aan de foto kunt zien ben ik een vrouw :-)

In 1996 maakte ik kennis met internet en ben ik me uit persoonlijke interesse gaan verdiepen in het opzetten en beheren van websites. In juni 2006 heb ik van mijn hobby m’n werk gemaakt en sindsdien reis ik vijf maal per week met de trein en vouwfiets op en neer naar Tribal in Den Bosch.

Via de functies Projectleider SEO en Accountmanager ben ik uiteindelijk terechtgekomen in mijn huidige (gecombineerde) functie.

Als SEO Manager coördineer ik de zoekmachine optimalisatie projecten van onze klanten. Ik zorg ervoor dat er nieuwe activiteiten worden opgestart, monitor de resultaten en zorg dat de juiste personen op het juiste moment aan de slag gaan.

Als Website Usability Consultant geef ik adviezen over het verbeteren van de gebruiksvriendelijkheid en conversiegerichtheid van websites. Ik organiseer onder meer testen met echte bezoekers, om te achterhalen wat de knelpunten op een website zijn.

In mijn vrije tijd ga ik fitnessen, speel ik viool en doedelzak, werk ik aan mijn eigen Alice in Wonderland website, of doe ik een weekendje aan Live Action Role Playing (LARP), waar ik ook zelf kostuums voor maak.

 Hieronder vind je de 42 artikelen die ik heb geschreven voor Tribal Talk: 

24Feb

Productpagina verbetering met de Google Website Optimizer

categorie: Website Usability

Voor degenen die hem nog niet kennen: de Google Website Optimizer is een zeer nuttige (en gratis!) tool van Google, waarmee je verschillende varianten van je pagina’s kunt testen, om te bepalen welke variant de meeste conversies genereert.

Net als bij Google AdWords is het aanmaken van een account en beginnen met het gebruik ervan, een peuleschil. Maar om er fatsoenlijk rendement uit te kunnen halen, moet je je toch echt in de materie verdiepen.

Vraagstukken bij het testen
Ten eerste moet je bepalen welke pagina je wil testen. Het is aan te raden om te beginnen met pagina’s die grote invloed hebben op het aantal conversies. Zoals de pagina’s in je bestelproces, productpagina’s, of AdWords landingspagina’s.

Let er ook op dat de geselecteerde pagina minimaal 5, maar liefst 10 conversies per dag dient te genereren. Is dit minder, dan heb je kans dat de test maanden moet lopen voordat je genoeg data hebt verzameld voor een statistisch relevante conclusie.
Gelukkig kun je er ook voor kiezen om een conversie te definiëren als een klik op een link of knop, in plaats van een verkoop.

Dan is er nog de meest gestelde vraag bij het opzetten van een test: WAT moet ik gaan testen? Test je de verkeerde elementen, of zijn je wijzigingen te klein, dan heb je kans dat je test oneindig lang doorloopt zonder tot een uitslag te komen. De Google Website Optimizer kan je hier helaas niet over adviseren. Enige ervaring en inzicht op het gebied van usability is dan ook aan te raden.

Een case
Ter illustratie nemen we een populaire productpagina van één van onze klanten, byMe:

Originele productpagina byMe

De pagina ziet er op het eerste gezicht helemaal niet zo slecht uit. Maar bekijk je de pagina door een usabillity-bril, dan komen er enkele elementen in aanmerking voor verbetering.

Wil je jouw pagina verbeteren, vraag je dan in ieder geval het volgende af:

-    Is het voor nieuwe bezoekers duidelijk waar ze terecht zijn gekomen en welke diensten of producten worden aangeboden?
-    Is het in één oogopslag duidelijk wat de volgende actie van de bezoeker zou moeten zijn, en wordt hij gestimuleerd om deze te nemen?

Op de genoemde pagina is dat onvoldoende het geval:

-    Het gaat duidelijk om visitekaartjes, maar het is niet duidelijk dat je deze zelf kunt ontwerpen via een online editor
-    De button ‘product maken’ staat te laag, onder een hoop minder relevante tekst, en de call-to-action is niet heel specifiek

We kwamen daarom met het volgende voorstel, waarin de tekst is verduidelijkt en het conversiepunt / de call-to-action is versterkt:

Variant productpagina byMe

Om er zeker van te zijn dat deze wijzigingen inderdaad zou leiden tot een verbetering in het aantal bezoekers dat naar de online editor doorklikte, zetten we een A/B-test op met behulp van de Google Website Optimizer. We definieerden een conversie als het aantal klikken op de knop.

De resultaten spraken boekdelen: de variant bleek het maar liefst 98 tot 149% beter te doen dan het origineel!

Wat kan ik zelf doen?
Het loont dus zeker de moeite om pagina’s in je website kritisch te bekijken en te onderzoeken op verbetermogelijkheden.

Begin met het testen van de meest belangrijke pagina’s en begin met relatief grote wijzigingen. Vervolgens kun je de pagina gaan finetunen en steeds kleinere aspecten testen.

Het kan goed zijn dat je af en toe geen resultaat boekt, of dat je wijziging juist negatief blijkt uit te pakken, ook al was je er zeker van dat je een verbetering had aangebracht. Daarom is het juist goed om je aannames te verifiëren door middel van een test en ze niet klakkeloos door te voeren.
Bovendien leer je van je fouten, waardoor je steeds beter zult worden in het vinden van verbeterpunten, het formuleren van een testhypothese en het bedenken van wijzigingen.

Geen zin of tijd om dit te doen? Of blijkt het toch moeilijker dan verwacht? Dan kun je natuurlijk altijd onze hulp inschakelen.

Landingspagina’s testen

Voor degenen die hem nog niet kennen: de Google Website Optimizer is een zeer nuttige (en gratis!) tool van Google, waarmee je verschillende varianten van je pagina’s kunt testen, om te bepalen welke variant de meeste conversies genereert.

Net als bij Google AdWords is het aanmaken van een account en beginnen met het gebruik ervan, een peuleschil. Maar om er fatsoenlijk rendement uit te kunnen halen, moet je je toch echt in de materie verdiepen.

Ten eerste moet je bepalen welke pagina je wil testen. Het is aan te raden om te beginnen met pagina’s die grote invloed hebben op het aantal conversies. Zoals de pagina’s in je bestelproces, productpagina’s, of AdWords landingspagina’s.

Let er ook op dat de geselecteerde pagina minimaal 5, maar liefst 10 conversies per dag dient te genereren. Is dit minder, dan heb je kans dat de test maanden moet lopen voordat je genoeg data hebt verzameld voor een statistisch relevante conclusie.

Gelukkig kun je er ook voor kiezen om een conversie te definiëren als een klik op een link of knop, in plaats van een verkoop.

Dan is er nog de meest gestelde vraag bij het opzetten van een test: WAT moet ik gaan testen? Test je de verkeerde elementen, of zijn je wijzigingen te klein, dan heb je kans dat je test oneindig lang doorloopt zonder tot een uitslag te komen. De Google Website Optimizer kan je hier helaas niet over adviseren. Enige ervaring en inzicht op het gebied van usability is dan ook aan te raden.

De case

Ter illustratie nemen we de productpagina van één van onze klanten, byMe:

14Dec

Design for Conversion – the mobile edition

categorie: Search industrie & Conferenties

Afgelopen vrijdag was het tijd voor het derde Design for Conversion congres, met ditmaal als thema ‘mobiel internet’.

Het concept was hetzelfde als andere jaren: met hulp van input uit keynote presentaties onder barre omstandigheden (in een koude, tochtige loods met te weinig stoelen en veel te harde muziek om fatsoenlijk te kunnen overleggen of netwerken) in de vorm van teams een case uitwerken.

De keynotes waren dit jaar inhoudelijk helaas niet erg sterk, maar desondanks hebben we diverse puntjes kunnen meepikken.

Mobile conversion: it’s more than the Phone (Jerome Nadel, Sagem Wireless)
DfC keynote 1Nadel’s boodschap was dat je verder moet denken dan het mobieltje als apparaat op zich. Het is slechts één element in het hele ecosysteem. Mensen willen zich met elkaar verbinden. Social networking is tegenwoordig een belangrijkere reden om te internetten dan het doen van websearch.

De manier van interacteren verandert: het moet sneller, dus gebeurt het tegenwoordig met behulp van de mobiele telefoon. Ook vervaagt de grens tussen marketing en user experience. Het is belangrijk om niet meer alleen te kijken vanuit een methodologie, maar om een algehele user experience strategie uit te stippelen.

Mensen raken pas overtuigd wanneer je rationele feiten combineert met emoties. Door te letten op usability maak je het mogelijk voor mensen om iets te doen. Door te overtuigen, in te spelen op emoties en vertrouwen te creëren, zorg je ervoor dat mensen het ook daadwerkelijk gaan doen.

De 6 C’s van conversion:
-    build a Community
-    encourage Contribution
-    get more Connected
-    relegate Control
-    combine devices and create Channels
-    Change

Zorg ervoor dat iedereen zelf een leider wordt door middel van enablement: “where people lead, leaders follow”.

Predictive analytics on the fly: real time persuasion of mobile customers (Eric Siegel, Prediction impact)
DfC keynote 2Door data te verzamelen over je gebruikers en hun acties, kun je voorspellingen doen over de toekomst. Door diverse ‘predictors’, zoals het tijdstip van de laatste transactie of de hoogte van het besteedbaar inkomen, te combineren, kun je voorspellingen doen over bijvoorbeeld de eerstvolgende aankoop. Te denken valt aan het aanbevelen van bepaalde liedjes, op basis van eerder gekochte muziek.

Siegel liet ons enkele leuke experimentjes doen. Een aantal deelnemers werd op een rijtje gezet, op volgorde van de afmeting van zijn of haar tv-scherm. Vervolgens werd hen gevraagd wie er vaker dan 3x per maand film keek. En jawel: degenen aan het eind van de rij (met de grootste schermen) bleken het meeste film te kijken.
Daarna mocht er getwitterd en ge-sms’t worden hoeveel Smarties je dacht dat er in een snoeppot zaten. De theorie was, dat het gemiddelde van al onze raad-pogingen dichter bij het werkelijke aantal Smarties zou zitten dan het antwoord van de persoon die het dichtst in de buurt zat. Het experiment mislukte helaas, maar het idee was duidelijk.

‘Churn modelling’, oftewel het voorspellen welke klanten er op het punt staan om hun contract op te zeggen, heeft veel potentieel op het gebied van mobiele telefonie.

Doorgaans is het voor bedrijven goedkoper om te investeren in het behouden en upsellen van hun bestaande klanten, dan om nieuwe klanten aan te trekken. Op basis van het gebruik van de mobiele telefoon is te voorspellen wanneer een klant dreigt zijn contract op te gaan zeggen. Indicators hiervoor zijn bijvoorbeeld de hoogte van het nog openstaande tegoed en het aantal telefoontjes naar de klantenservice.
Wanneer een bedrijf deze klanten detecteert, kunnen zij hen bijvoorbeeld een speciaal aanbod doen. Of ze kunnen achterhalen wat er verbeterd moet worden om klanten meer tevreden te maken (zoals het verbeteren van de inlogprocedure, wanneer blijkt dat klanten die meerdere malen een foutieve inlogpoging gedaan hebben sneller opzeggen).

Wel is het belangrijk om een afweging te maken: soms is het namelijk zo dat je mensen juist herinnert aan de mogelijkheid om op te zeggen of over te stappen naar de concurrent, wanneer je hen een aanbod doet.

Mobile persuasion: best practices, tips, and tricks (Scott Weiss, Symbian Foundation)
DfC keynote 3Aangezien Symbian werkt met open source code, is het voor hen belangrijk om mensen over te halen om zonder vergoeding bij te dragen aan de community. Weiss (die opmerkelijk genoeg toegeeft (ook) een iPhone te bezitten) noemt een aantal manieren waarop Symbian dit probeert te bereiken:

-    Reward (hoeft niet financieel te zijn)
-    Involvement
-    Competition
-    Teamwork

Diverse andere methoden voor het overtuigen van mensen zijn:

-    Seduction (het enthousiasmeren over de toekomst)
-    High price = better (van dure dingen wordt gedacht dat ze beter zijn dan de goedkopere variant)
-    ‘Momentum of yes’ benutten (laat mensen eerst ja zeggen op een aantal gemakkelijke / niet vervelende verzoeken en bewaar de vervelende vraag tot het laatste, zodat ze ook hier ‘ja’ op antwoorden, omdat ze in de ja-flow zitten of omdat ze nu toch al zo ver zijn gekomen)
-    Social proof (anderen vinden het ook goed)
-    Scarcity & urgency (‘nog maar 2 exemplaren beschikbaar’ / ‘dit aanbod geldt tot morgen’)
-    Computers (houden dingen voor je bij en vertellen je wanneer je iets moet doen, bijvoorbeeld via een kalenderfunctie)
-    Convenience

Getting up close and personal (Priya Prakash, Nokia)
DfC keynote 4Prakash gaat in op de vraag wat ‘value’ precies is, hoe je het creëert en hoe je ervoor zorgt dat het blijvend is.

Belangrijk is om te bedenken wie je early adopters zijn, die je product zullen gaan promoten en verspreiden.

Mensen interpreteren de waarde van iets op basis van de volgende factoren:
-    Status (die het met zich meebrengt)
-    Time & attention (hoe vaak, hoe lang duurt het)
-    Effort (die er voor nodig is)

Als experimentje laat ze ons onze mobiele telefoons uitwisselen met de buurman, met de opdracht om jezelf een sms-je te sturen. De iPhones blijken veruit in de meerderheid te zijn, en ik constateer dat het als iPhone-leek nog helemaal niet zo gemakkelijk is om tussen alle applicaties door je weg te vinden naar de sms-functie!

Waarde moet verdiend worden volgens Prakash.
-    Probeer mensen te laten upgraden
-    ‘Craft drama’ er omheen zodat het een ervaring wordt
-    Laat mensen een basisbedrag betalen – iets waarvoor je hebt betaald lijkt namelijk meer waarde te hebben

De cases
DfC casesMet zo’n 100 deelnemers – voornamelijk interaction designers naar ik begreep, maar ook onder meer webanalisten en marketeers – zat de ruimte weer goed vol en konden we tussen de keynotes door onze hersens breken over twee cases: het bedenken van mobiele applicaties ter preventie van criminaliteit, en het bevorderen van het gebruik van mobiel bankieren en betalen.

Er kwamen diverse interessante oplossingen langs, maar uiteindelijk gingen de felicitaties naar team Mobile Maniacs, a.k.a. het ‘Hello Kitty’ team, voor het winnen van de competitie!

Het congres werd afgesloten met een borrel en buffet. Een interessante dag, maar het blijft toch jammer van die harde muziek…

23Nov

Verborgen usability probleem: inloggen versus registreren

categorie: Website Usability

Steeds vaker zie je webshops die na de winkelwagen de bezoeker de keuze bieden: inloggen voor bestaande klanten, of registreren voor nieuwe klanten.

Het lijkt een duidelijke keuze: je bezoeker weet of hij al eerder heeft besteld op je website, en dus of hij al een account heeft.

In praktijk blijkt dit helaas niet zo eenvoudig te zijn.

Wat gaat er mis?
Het mag inmiddels bekend zijn dat bezoekers nauwelijks de tijd en moeite nemen om teksten op het web te lezen. Daarnaast blijken invoervelden een ontzettende aantrekkingskracht te hebben. Hierdoor leest men zelden tot nooit de begeleidende tekst op formulieren, maar begint men gelijk het eerste veld in te vullen.

Wanneer het onderscheid tussen ‘bestaande klant’ en ‘nieuwe klant’ niet overduidelijk is aangegeven, gaat het dan ook mis. Uit diverse gebruikerstesten die wij bij onze klanten hebben uitgevoerd, blijkt dat bezoekers zich regelmatig vergissen en de inlogvelden invullen, in plaats van een nieuw account aan te maken.

Denken ze dan soms onterecht dat ze al een account hebben? Nee, ze denken dat de inlogvelden het begin zijn van het registratieproces!

Praktijkvoorbeelden
Onderstaande voorbeelden van inlog- en registratiemogelijkheden bleken verwarring te veroorzaken bij bezoekers:

Inloggen of registreren bij ECI
In bovenstaande situatie trekken de invoervelden veel meer aandacht dan de opties aan de rechterkant. Bovendien is in westerse landen de leesrichting van links naar rechts. Het is een illusie om te denken dat een bezoeker uitvoerig de hele pagina scant om alle opties te bekijken. Doorgaans blijft men hangen bij de eerste optie die goed lijkt te zijn. De opties aan de rechterkant zullen daardoor al snel niet goed bekeken worden.
Ondanks het grote kopje ‘Bent u al geregistreerd?’ en de knoptekst ‘inloggen’, bleken nieuwe bezoekers toch deze velden in te vullen.

Inloggen of registreren bij Cosmox

In bovenstaande voorbeeld is het probleem dat het niet duidelijk is waar de invoervelden bij horen. De velden horen bij de eerste optie: ‘ik ben reeds klant’. In praktijk zagen we echter veel bezoekers deze velden invullen, vervolgens de optie ‘ik ben een nieuwe klant en wil mij registreren’ aanvinken, en verder gaan.

Hoe is dit op te lossen?
Een manier om deze foutjes te voorkomen, is door de twee opties extra duidelijk weer te geven. Bijvoorbeeld zoals Bol.com en Wehkamp.nl:

Inloggen of registreren bij Bol.com

Inloggen of registreren bij Wehkamp

Deze websites hebben wij niet getest, echter ook hier is het nog steeds mogelijk dat de bezoeker per ongeluk gelijk aan de linkerkant begint met het invoeren van gegevens, omdat de rechterkant, met alleen een knop, minder aandacht trekt.

De bewoordingen die Bol.com gebruikt (“nieuwe klant” versus “bestaande klant”) zijn overigens aan te bevelen boven die van Wehkamp (“ik heb een account” versus “ik heb nog geen account”), omdat dit onderscheid voor de bezoeker makkelijker is.

De beste oplossing is mijns inziens echter de manier waarop Amazon.com het aanpakt: alle bezoekers dienen hun e-mail adres in te voeren, en daarna geven ze pas aan of ze een bestaande of nieuwe klant zijn:

Inloggen of registreren bij Amazon.com

Op deze manier is er geen enkele verwarring mogelijk.

Een alternatieve manier, die ik tot nu toe nog niet ben tegengekomen, is om de bezoeker ook gelijk een wachtwoord te laten kiezen, en via de keuze tussen twee knoppen aan te geven of ze willen inloggen of registreren:

Voorstel voor verbeterde inlog- en registratievelden

De eerste knop leidt naar het vervolg van het registratieproces, de tweede controleert of het account inderdaad bestaat en logt de bezoeker in.

Daarom testen!
Uit bovenstaande blijkt maar weer hoe ogenschijnlijk gemakkelijke pagina’s en keuzemogelijkheden de bezoeker kunnen verwarren. Ga er dus nooit zomaar vanuit dat je website makkelijk bruikbaar is: test hem altijd in praktijk.

Neem ook nooit zomaar een concept over van andere websites, want de manier waarop je het vormgeeft kan net het verschil maken tussen ‘makkelijk bruikbaar’ en ‘verwarrend’.

30Oct

NLUUG congres: Het Open Web en het belang van usability

categorie: Search industrie & Conferenties Website Usability

Gisteren vond in Ede het congres “Het Open Web” plaats, georganiseerd door de NLUUG. Open source technologieën en open standaarden zoals HTTP, HTML, CSS en Javascript, maar ook open source CMS- en e-commerce systemen zoals osCommerce, hebben flink bijgedragen aan het succes van het internet. Helaas bieden deze niet alleen kansen, maar ook bedreigingen.

Tijdens mijn eigen presentatie ben ik dan ook ingegaan op de kansen en bedreigingen voor website usability. Hieronder volgt een korte samenvatting van deze presentatie.

“Iedereen kan schilderen”
Dankzij de open standaarden is het niet nodig om een jarenlange studie te volgen om een website te kunnen bouwen. Overal op internet zijn tutorials te vinden hoe je met behulp van HTML en CSS een website in elkaar zet. Het ontwikkelen en designen van een site  is dus niet weggelegd voor een elite clubje, maar voor iedereen die bereid is er wat moeite en tijd in te steken.

Helaas wil dit nog niet zeggen dat je met deze basiskennis ook gelijk een goede en effectieve website maakt.

Voorwaarden voor een goede website
Velen zijn bekend met de piramide van Maslov, die aangeeft dat aan bepaalde basisbehoeften voldaan moet worden voordat aan de hogere behoefte van zelfontplooing voldaan kan worden. Bryan Eisenberg heeft een vergelijkbare piramide ontwikkeld voor de optimalisatie van websites:

piramide van website optimalisatie

De functionele laag is het gebied van de techneuten. Zij moeten er voor zorgen dat de website technisch werkt, de server niet te traag is en scriptjes geen fouten bevatten. Kortom: dat de website doet waarvoor hij gemaakt is.

De bovenste laag is iets waar met name marketeers zich mee bezighouden: hoe zorg je ervoor dat de website en de inhoud aansluiten op de behoeften van de bezoeker, en hem overtuigen om jouw diensten of producten af te nemen?

Zoals duidelijk uit de piramide blijkt, ben je er nog niet als je voor deze voorwaarden hebt gezorgd. Het is ook erg belangrijk dat je je website voor iedereen toegankelijk en gebruiksvriendelijk maakt, en wel op een manier die de natuurlijke ‘flow’ van de bezoeker ondersteunt: hij moet niet hoeven nadenken bij het gebruik van de website, het moet intuïtief gaan.
Deze drie lagen zijn het gebied van usability, of eigenlijk het bredere begrip ‘user experience’.

De motivatie van de programmeurs
Helaas worden de middelste lagen vaak vergeten, of de marketing afdeling gaat er vanuit dat de techneuten hier ook voor zorgen. In praktijk zijn de programmeurs echter voornamelijk gericht op de techniek zelf: zij zien het gebruik van (open source) technieken als een doel op zich en halen hun trots uit complimentjes die ze van collega’s krijgen voor het ontwikkelen van mooie, ingewikkelde scriptjes en geavanceerde opties voor de power users.

Hoe techniek usability kan ondersteunen
Met behulp van technieken zou het echter ook de gemiddelde bezoeker zo veel gemakkelijker gemaakt kunnen worden. Denk aan:
- het geven van behulpzame foutmeldingen wanneer velden niet (juist) zijn ingevuld
- het automatisch updaten van de hoeveelheid producten in je shopping cart, zonder dat je eerst op een ‘update’ button hoeft te klikken
- via AJAX ervoor zorgen dat een pagina niet opnieuw geladen hoeft te worden, zodat de bezoeker weer helemaal naar beneden moet scrollen om verder te gaan waar hij gebleven was
- de HTML code aanvullen met tags die de site bruikbaar maken voor mensen met een visuele of motorische handicap
- alternatieve CSS stylesheets maken zodat ook de wat oudere browserversies ondersteund worden

Helaas wordt deze extra inspanning vaak niet gedaan, omdat het belang ervan niet duidelijk is. Maar ook omdat het extra tijd en dus geld kost, wat niet beschikbaar wordt gesteld ‘van bovenaf’. Het gebruiksvriendelijk maken van een website is inderdaad een investering, maar eentje die zeker terug wordt verdiend wanneer de website of webapplicatie eenmaal live is.

Het is dan ook belangrijk dat de technische medewerkers gaan beseffen dat techniek geen doel op zich mag zijn, maar een middel om de bezoeker te helpen zijn doel te bereiken.

28Oct

Conversiekiller: jargon op je website

categorie: Website Usability

Waarom converteert je website niet zoals gepland? Het klinkt misschien vreemd, maar wellicht heb je jezelf onderschat! Je weet namelijk veel meer dan je denkt.

Een veelgemaakte fout is het gebruik van te veel vakjargon op een website. Zelf ben je je hier nauwelijks van bewust: voor jou en je collega’s is het dagelijks taalgebruik. Ook ben je zo bekend met je eigen producten, dat je je niet kunt voorstellen dat je klanten niet weten wat deze producten precies zijn.

Een voorbeeld: je verkoopt snoep met de pakkende namen ‘chocodrops’, ‘sweethearts’ en ‘dark temptation’. Voor ieder product heb je een productpagina gemaakt met uitleg over het product en foto’s ervan. Je menustructuur ziet er als volgt uit:

Home
Producten
-    Chocodrops
-    Sweethearts
-    Dark Temptation
Over ons
Contact

Logisch, toch?

Nee dus. Het probleem hiervan is dat de bezoeker, die jouw terminologie niet kent, één voor één alle productpagina’s moet bezoeken om erachter te komen welk product aansluit bij zijn wensen.

Een betere oplossing zou zijn:

Home
Producten
-    Chocolade toffees
-    Zuurtjes
-    Bonbons
Over ons
Contact

Op de productpagina kan vervolgens de ‘echte’ naam van het product gebruikt worden. Hierdoor worden je pagina’s wel op de productnaam vindbaar in zoekmachines, maar zadel je je bezoekers niet onnodig op met verplicht heen en weer klikken.

Een duidelijk praktijkvoorbeeld is het menu van Be Izzy:

BeIzzy

Het is onmogelijk om te bepalen waar je heen moet zonder overal op te klikken.

Een ander veelvoorkomend probleem is een indeling van producten naar merk. Aangezien jij weet welke merk welke producten voert, is het voor jou logisch wat je onder welke categorie moet zoeken. Maar een bezoeker is lang niet altijd op zoek naar een product van een bepaald merk. Hij is op zoek naar een bepaald product, en wil diverse varianten naast elkaar kunnen zetten om zijn keuze te maken.

Een indeling zoals sokkendirect.nl heeft gemaakt, is dan ook sterk af te raden:

SokkenDirect

Een indeling in bijvoorbeeld sportsokken, teensokken, enkelsokken, sokken met motiefjes, etc. is voor een bezoeker veel nuttiger.

Naast bedrijfsspecifieke termen, kan jargon ook betrekking hebben op zogenaamd ‘algemeen bekende’ woorden. Bedenk dat jouw internetervaring vaak veel groter is dan die van je gemiddelde bezoeker en waak ervoor om te smijten met technische termen.

Bekijk maar eens dit confronterende filmpje, waarin mensen op straat gevraagd wordt om uit te leggen wat een ‘browser’ is.

Voor een ervaren internetter zoals jij en ik is dit nauwelijks voor te stellen. Maar ook de mensen in dit filmpje kopen wel eens op internet!

Leef je dus in in je bezoeker. Wat en hoe groot is hun kennis wanneer ze de website bezoeken? Vraag desnoods of vrienden of familieleden de website willen bezoeken; zij hebben wel nog een frisse blik en kunnen je precies vertellen wat wel en niet begrijpelijk en/of logisch is.