DEN BOSCH - ‘Weinig middelgrote steden scoren zo hoog op economische lijstjes als Den Bosch’. De stelling komt van professor Pieter Tordoir, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam.

Op verzoek van de gemeente Den Bosch heeft Tordoir een ‘Economisch Mission Statement ’s-Hertogenbosch’ opgesteld. Hij noemt diverse sterke punten.

‘Den Bosch heeft uit vele richtingen de wind mee, en dat al decennialang. De economische meewind uit verschillende richtingen zorgde voor aanhoudende groei van werkgelegenheid, welvaart en een grote economische diversiteit. Den Bosch kent voor een middelgrote stad een breed economisch profiel: er is geen dominante bedrijfstak, de werkgelegenheid is bovengemiddeld goed gespreid. De stad is daardoor economisch weinig kwetsbaar’, schetst Tordoir.

De opvattingen van Tordoir werden gisteren door de gemeente gelanceerd in samenhang met de gemeentelijke Economische Monitor 2008.

“We hebben alle reden om tevreden te zijn. We passeren in 2008 de 100.000 banen en de werkloosheid is nog nooit zo laag geweest, de laagste ook van de vijf grote steden in Brabant”, constateert wethouder Bert Pauli.

De werkgelegenheid steeg in 2007 met 2740 personen (2,8 procent) tot 99.390 werkzame personen. Het aantal bedrijven groeide veel minder: 80 tot 90 procent werd gerealiseerd binnen bestaande bedrijven (9750). “Omdat we hier met relatief dure bedrijfsgrond zitten, kloppen er weinig grote industrieën aan bij ons. De groei zit in een type bedrijvigheid dat nauwelijks zichtbaar is in de stad, met name in de ict-sector. Bedrijven als Real Enterprise Solutions (RES), Quintiq en Tribal doen het geweldig. Daar zit innovatiekracht waarmee die bedrijven in Europa excelleren”, aldus Pauli.

De wethouder van economische zaken typeert Den Bosch als een stad van handel en nijverheid met ict en een Food en health-cluster dat kansen biedt. “Eindhoven is de stad van research, development en design, Tilburg heeft de logistiek als eyecatcher, Helmond profileert zich met automotive en voeding. Wij moeten kracht halen uit onze diversiteit. Kijk eens naar de De Gruyter-fabriek bij de Brabanthallen. Daar zitten honderd kleine bedrijfjes bij elkaar, waarvan veel in de creatieve sector, en daar gaat nog meer gebeuren”, aldus Pauli.

Volgens Tordoir zou Den Bosch er goed aan doen een scherper economisch profiel te ontwikkelen zonder de diversiteit los te laten. Hij pleit voor ‘meer duurzame groei van binnenuit’ en ‘meer wisselwerking tussen bestaande activiteitenclusters’.

Pauli: “De mix die Tordoir bepleit heeft onze voorkeur. Den Bosch zit op een berg niches. De werkelijke kracht van al die bijzondere en speciale bedrijven moeten we kunnen benutten.”

De gemeenteraad spreekt zich in september uit over de opvattingen van Tordoir. Dan komen ook de plannen aan de orde waarmee Den Bosch ‘lager opgeleiden’ betere kansen wil gaan bieden.

Daarbij wordt gedacht aan doorontwikkeling van de Brabanthallen, de groeiruimte in de logistieke sector op bedrijventerrein De Rietvelden, de plannen voor meer detailhandel op de huidige ziekenhuislocatie in de binnenstad en de groei van bouwnijverheid en technische beroepen met dito opleidingen in Rosmalen.

Voor de schaalvergroting daarvan zoekt Den Bosch samenwerking met de regio. Sinds mei is een samenwerkingsverband actief met een budget van 2,4 miljoen euro voor de periode 2008-2011.

Ander initiatief dat moet bijdragen aan betere aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt is TechXperience. Daarmee wordt de aandacht voor techniek in het basisonderwijs, waarmee de instroom naar technische beroepen kan worden gestimuleerd.

Bron: Brabants Dagblad

Chinezen willen zakendoen met Chinezen, ervaart het Bossche internetbedrijf Tribal

Voor Björn van den Veen (29) is het ‘essentieel’ om een Chinese zakenpartner te hebben. Zonder zijn vriend en oud-collega van Philips Zhang Wen was het niet mogelijk geweest om het uit Den Bosch afkomstige internetmarketingbedrijf Tribal in de Chinese markt te zetten. Met Wens hulp maakte het bedrijf een vliegende start. Na een jaar was het personeelsbestand van zeven verdubbeld en kon het duo op zoek naar een nieuw kantoor.

Zakendoen in China, zonder ‘guanxi’ of netwerk gaat niet. ‘Het is moeilijk om de juiste mensen te spreken als je geen Chinees bent’, zegt van der Veen in de vergaderzaal van Tribals’ kantoor in Sjanghai Pudong. Het kantoor is zo nieuw dat de lucht van de lijm waarmee de vloerbedekking is gelegd nog vers in de ruimte hangt. ‘Wen’, zo gaat hij verder, ‘heeft de juiste contacten om hier zaken te doen.’

Een voorbeeld van een zakelijke overeenkomst waar partner Wen niet had kunnen ontbreken is de samenwerking met Baidu, de grootste zoekmachine van China en volgens onderzoeksbureau iResearch de best bezochte site van het land. Voor Tribal was het essentieel om samen te werken met deze Chinese Google, zodat hun klanten bovenaan in de lijst van zoekresultaten verschijnen als naar hen via Baidu wordt gezocht. Dit was een westers bedrijf nog niet eerder gelukt.

Het eerste contact met Baidu ging erg moeizaam’, blikt Van der Veen terug. ‘En ook bij de eerste afspraak bleken we te optimistisch met onze Engelse presentatie. Gelukkig kon Wen de tekst ter plekke vertalen. Vanaf dat moment was de samenwerking in twee dagen geregeld’, zegt Van der Veen nog altijd wat verbaasd over hoe snel het opeens kan gaan.

Met een paar sterke Nederlandse namen in de portefeuille, zoals printerfabrikant Océ, verzekeraar FBTO en Van der Veens oud-werkgever Philips, die hun naam in het Aziatische land wilden vestigen, begon Tribal in China. Onlangs zijn daar ook de eerste paar Chinese fabrieken bij gekomen die de sprong naar Europa willen maken, maar veel Chinese klanten heeft Tribal nog niet. Dat kost tijd.

‘We zouden graag voor de Chinese overheid willen werken’, zegt Van der Veen. Elke stad in China is op zoek naar een buitenlandse investeerders die hun groei kunnen financieren of wellicht een vestiging willen openen om van daaruit de Chinese markt te betreden. Maar de besluitvorming loopt op dat punt weer erg traag.’

De overgrote meerderheid in China is zich echter volgens Van der Veen nog te weinig bewust van een goede website en de positie op het web. ‘Ze snappen niet dat je RMB 50.000 (4600 euro) voor een website moet betalen als hun neef het voor RMB 100 (9 euro) doet. Maar de kwaliteit van die websites is doorgaans erg slecht, soms zelfs om te huilen.’

Concurrerende bedrijven die hetzelfde product aanbieden als Tribal zijn er in China niet. ‘We werken veel samen met Web Power uit Barneveld’, zegt Van der Veen. Web Power doet e-mailmarketing en heeft klanten als VNU Media, DSM en de publieke omroepen. Ondanks typisch Chinese strubbelingen waar westerse zakenlui tegen aanlopen, is Van der Veen de stap naar het beloofde land meegevallen. ‘Ik was uitgegaan van hoge barrières, maar er blijkt altijd een oplossing.’

Zo is het moeilijk gekwalificeerde mensen te vinden voor de sleutelposities. ‘Toen ik vorig jaar de eerste cv’s zag binnenkomen, dacht ik: dit gaat nooit lukken. Chinezen solliciteren overal op. Maar nu hebben we contact met een paar technische universiteiten. En maken we vaker gebruik van de persoonlijke netwerken van de werknemers.’

Een andere barrière is de taal. Bij Tribal in Sjanghai zitten veertien mensen op het kantoor. Veel van hen spreken Engels, maar vinden het prettiger om het te schrijven dan te spreken. Vandaar dat de communicatie tussen collega’s in chatvorm gaat. Om het Engels beter te verankeren op de werkvloer, moeten alle Chinese werknemers tussen twee en vier uur ’s middags Engels praten. ‘Dat werkt’, aldus Van der Veen.

Vooralsnog is de omzet van Tribal in China bescheiden. Concrete cijfers geeft Van der Veen niet, ‘maar’, zegt hij, ‘het is nog geen tiende van Tribals’ totale omzet’. Het Bossche bedrijf stond vorig jaar op de twaalfde plaats in de lijst van vijftig snelst groeiende bedrijven van Deloitte. Dit was te danken aan de totale omzetgroei van 13,12% ten opzichte van het gemiddelde van vijf jaar eerder.

Bron: Het Financieele Dagblad / Economie

Op 30 juli verscheen er in het FD een artikel met als titel ‘Webreclame is te complex‘. In het artikel komt naar voren dat de groei in internetreclame dempt en dat weinig mensen de complexe online markt doorgronden.

Allereerst is het goed een onderscheid te maken tussen twee stromingen in de online marketing. De ene stroming is gericht op ‘branding’. De andere stroming op het behalen van directe resultaten bijvoorbeeld door te adverteren in Google.

Performance based marketing is de laatste jaren aan de winnende hand, omdat successen in termen van verkopen aantoonbaar zijn. Budgetten groeien dus ook nog steeds.

Echter, het succes heeft zijn prijs. Advertentieruimte in Google is beperkt en wordt steeds duurder. Het rendement is nog steeds positief, maar wordt wel lager. Hogere biedingen voor kliks worden nu dan ook door Google aangemoedigd met als argument dat aanwezigheid in Google ook een merkeffect heeft.

Banner-ruimte is nog volop aanwezig. Prijzen staan daardoor onder druk. Banner-campagnes worden wel steeds slimmer ingezet, verder doorgerekend en op concrete resultaten afgerekend.

Mijn verwachting is dat de twee stromingen die er nu nog in de online marketing bestaan, steeds meer naar elkaar toegroeien. Internetmarketing wordt daarmee alleen maar complexer. Zie voor mijn volledige reactie: https://www.tribal-im.com/nl/weblog/google/waarom-is-online-marketing-zo-complex/.

Mark van Werven, directeur Tribal Internet Marketing

Bron: Het Financieele Dagblad

(klik op het plaatje voor een grotere versie)